Het was nacht

Judas nam het brood aan en ging meteen weg. Het was nacht.
(vers 30)

Lieve zussen,

Zulke mooie lentedagen. En tegelijk dagen waarin we aangrijpende gebeurtenissen gedenken.
Het is een week van dubbele gevoelens…

Een groot verdriet overvalt de Here Jezus terwijl Hij met zijn leerlingen aan de maaltijd zit.
‘Eén van jullie zal Mij verraden,’ zegt Hij.
Hij zit hier met zijn meest vertrouwde vrienden, maar onder hen bevindt zich de vijand!
Lees wat er in vers 27 staat: ‘Op dat moment nam de duivel bezit van Judas.’
Zo actief, zo dichtbij is de satan.
Jezus zegt: ‘Ga maar Judas. Doe wat je van plan bent.’
Jezus heeft de regie. Ook nu!

De leerlingen begrijpen niet wat Jezus bedoelt.
Ze denken dat Judas iets met de financiën moet regelen.
Hij is immers de penningmeester.
‘Ga maar, Judas.’ En Judas gaat meteen.
Heeft hij niet teruggedacht aan Jezus’ gelijkenissen? Verhalen over een feestmaal, waarbij sommige genodigden buiten in de duisternis bleven? Genodigden die de gastheer niet liefhadden…?

‘Het was nacht’. (vers 30)
Zo eindigt dit leesgedeelte.
Op het eerste gezicht lijkt dit zinnetje er wat los achteraan te komen. Alsof Johannes nog even meldt hoe laat het is.
Maar als je de schrijver Johannes een beetje kent, weet je dat hij iets zeggen wil met deze slotzin.

‘Het was nacht.’
Kijk, dat is nou echt Johannes.
Hij heeft zoveel opgeschreven over ‘licht en duisternis.’
Al meteen in het begin van zijn boek schrijft hij: ‘Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.’ (1:5)

En op een andere plaats noteert Johannes: ‘Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’ (8:12)

En na de intocht in Jeruzalem zei Jezus: ‘Nog een korte tijd is het licht bij u. Ga uw weg zolang het licht is en laat de duisternis u niet overvallen; wie in het donker loopt weet niet waar hij heen gaat. (12:35)

Zo zijn er nog veel meer teksten te noemen.
Nu nadert de strijd tussen het licht en de duisternis een beslissend moment.
Is het niet tekenend dat Judas ‘het Licht der wereld’ verlaat en de duisternis ingaat?

‘Het was nacht.’
De nacht waarin de Here Jezus zou neerdalen in de diepste duisternis, zodat wij voor altijd mogen wandelen in het licht.

Gebed: Heer, zo donker als het die nacht was, is het nooit weer geweest. Uw reddende licht schijnt in mijn leven, ook als ik moeiten en verdriet meemaak. Ik mag weten dat de duisternis niet gewonnen heeft. U hebt ons kinderen van het licht gemaakt! Amen.

Liefs van Grace

Reacties

    1. Dat had ik ook Gloria, dat ik dat nog nooit op die manier uitgelegd had gekregen.
      En ik vroeg mij af of ik me wel altijd voldoende bewust ben van het feit dat ik een “kind van het licht” ben.
      Stof tot nadenken!!

  1. Het is de stille tijd,
    die je tot nadenken brengt.

    Jezus zei: ik ben het licht voor de wereld.
    Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis,
    maar heeft licht dat leven geeft.

    Jezus zei: Ik laat jullie vrede na;
    zoals de wereld die niet geven kan.
    Maak je niet ongerust
    en verlies de moed niet.
    Amen.

  2. Vooral de laatste zin van het gebed raakt mij ; en bid dat wij uit die woorden mogen leven en dat uitstralen! Ons kracht geeft om vol te houden op de plaats waar God ons heeft geplaatst. Vooral daar hebben we het nodig om zeker te weten wie of we mogen zijn in Christus! Want zonder Hem leven we in de duisternis. Gezegende, zonnige week gewenst, blijf dicht bij Hem.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *